Het verhaal van Sandra
“Ik heb mijn leven inmiddels weer aardig op orde, maar ik heb genoeg meegemaakt; daar zou ik een boek over kunnen schrijven. Humanitas heeft er veel aan bijgedragen dat ik tegenwoordig goed in mijn vel zit.”
– Sandra
“Ik heb mijn leven inmiddels weer aardig op orde, maar ik heb genoeg meegemaakt; daar zou ik een boek over kunnen schrijven. Humanitas heeft er veel aan bijgedragen dat ik tegenwoordig goed in mijn vel zit.”
– Sandra
Mijn naam is Sandra van Gulijk en ik ben lid van de Cliëntenraad van Humanitas onder Dak. Ik ben zevenenveertig jaar, moeder van een dochter en een zoon. Ik heb een fijn huis, een lieve vriend, mijn dochter is moeder van twee kinderen en mijn zoon van zeventien woont weer thuis. Mijn vriend Henrie heb ik bij Humanitas leren kennen. Hij was daar als bewoner al weg, maar maakte er in de dagbesteding de fietsen van de bewoners. We hebben een latrelatie en we kunnen alles met elkaar bespreken. We hebben allebei een verleden dat niet fijn is. Achttien mei waren we vijf jaar samen. Henrie heeft ook twee kinderen en tussen onze wederzijdse kinderen klikt het prima. ‘Ik heb er een cadeaudochter- en zoon bijgekregen,’ zeg ik altijd en we hebben bij elkaar opgeteld inmiddels vijf kleinkinderen.
Ik heb mijn leven inmiddels weer aardig op orde, maar ik heb genoeg meegemaakt; daar zou ik een boek over kunnen schrijven. Humanitas heeft er veel aan bijgedragen dat ik tegenwoordig goed in mijn vel zit. Ze hebben me geleerd voor mezelf op te komen en van mezelf te houden. Want als je zelf niet gelukkig bent, kun je ook anderen en zeker je kinderen niet gelukkig maken.
In de cliëntenraad denken- en praten we mee over het beleid van Humanitas onder Dak. Onze club bestaat uit bewoners en oud-bewoners, dus we weten waar we over praten. Ik zit er inmiddels drie jaar in, denk actief mee en kom op voor de belangen van de bewoners. Ik noem het trouwens bewoners want ik vind cliënten een rotwoord. Toen ze me hiervoor vroegen, dacht ik: ‘Dat ga ik gewoon doen’ en ik vind het nog steeds heel mooi. Het is leerzaam voor jezelf en je kunt mensen echt helpen door als ervaringsdeskundige goede raad te geven. Je hoopt natuurlijk dat ze het oppakken en er ook iets mee doen. Als dat gebeurt, geeft het echt voldoening.
Mijn geschiedenis is heftig. Een huwelijk, waarin ik geestelijk en lichamelijk werd mishandeld, een scheiding en een huurschuld. Genoeg om niet meer te weten hoe ik daar uit moest komen. Op een gegeven moment zat ik zo diep in de put dat ik een zelfmoordpoging deed en ik werd negen weken opgenomen op de gesloten afdeling van de psychiatrie. Daardoor raakte ik mijn kinderen kwijt aan mijn ex en later aan een pleegmoeder. Dat was het allerergste, want voor mijn kinderen ga ik door het vuur. Toen ik uit de kliniek kwam, heb ik een tijd van het ene adres naar het andere gezworven. Om hulp vragen durfde ik niet. Op een gegeven moment logeerde ik bij een kennis, die gevoelens voor mij kreeg die ik niet kon beantwoorden. Mijn kinderen waren gelukkig weer in beeld, maar die man had ook al helemaal niks met mijn kinderen. Dat was de druppel en ik ben vertrokken. Ik kwam terecht bij Mediant. Door hen ben ik bij Humanitas onder Dak gekomen. Daar kreeg ik een eigen kamer en ik ging het ‘negen maanden traject’ in om alles op een rij te krijgen en toe te werken naar een eigen plek. Nadat een jaar in een appartement had ik het vertrouwen weer om het zelf te proberen. Ik kreeg via Domijn een woning en het gaat goed.
Het is een misverstand dat ze bij Humanitas onder Dak alleen verslaafde mensen opvangen, dat zie je aan mij. Ik ben heel blij dat ik er terecht kon toen ik het zo moeilijk had en ik kom er graag, maar Henrie en ik komen niet terug als bewoner, reken daar maar niet op! We zijn een goed voorbeeld hoe het kan gaan als je de goede weg blijft volgen.